Else Van der Straten
Antwerpen, 20.03.1984
Wie gezellig zegt, zegt Else. Goedlachs en vrolijk babbelend, laat ze ons binnen in haar huis in de Antwerpse rand. Dat babbelen houdt aan tot we twee uur later, na een warme knuffel, vertrekken met een glimlach op ons gezicht. Want mensen, dat is wat Else zelf warm maakt.
Dat goedlachse heeft er altijd ingezeten, zelfs toen Else het moeilijk had op school.
“Ik heb een moeilijke tijd gehad op de middelbare school. Ik ben drie keer van school veranderd omdat ik er mijn plek niet vond en me niet goed voelde. Op een bepaald moment waren wij, de drie kinderen van het gezin, allemaal gebuisd. In de derde school ging ik menswetenschappen volgen en was de worsteling in mijn puberteit voorbij. In een kleinere school vond ik eindelijk mijn plek.”
Else was ook leidster bij scouts Akabe voor kinderen en jongeren met een beperking. Ze hield van het ‘normaliserende’ van Akabe, en van het enthousiasme en de spontaniteit van de leden. Het paste bij haar eigen enthousiasme voor mensen.
Na de middelbare school treedt die voorliefde voor mensen op de voorgrond: Else gaat orthopedagogie studeren.
“De eerste les zei een leerkracht: “Als ge niet rijk wilt worden van werken en lastige uren wilt draaien, dan zit ge hier op uw plaats.”
Mijn studiekeuze was niet gelinkt aan wat ik later zou verdienen, maar gedreven door de goesting om met mensen te werken.
Na mijn opleiding werkte ik eerst als jeugdwerker bij Kras, in een leefgroep voor volwassenen met een beperking. Na wat interims ging ik aan de slag bij het Jeugd Rode Kruis. Het was daar dat een van de medewerkers mij een flyer gaf van YAR Vlaanderen om in te stappen als vrijwilliger. Ik was al langer op zoek naar vrijwilligerswerk, dus waarom niet?”
Dat vrijwilligerswerk bij YAR werd een bijzondere ervaring.
“Ik dacht dat ik mezelf kende tot ik aan een week residentie begon. Ik deed mee aan het hoogteparcours. Tijdens de uitleg die we kregen over de pamperpaal, begon ik te huilen. Ik beklom de paal en heb 10 minuten zitten huilen voor ik kon rechtstaan. Ineens kwam eruit: “Ik doe dit omdat ik goed genoeg ben” en ik sprong. Dat beeld vergeet ik nooit meer; het heeft mijn leven veranderd.”
Else ondervond aan den lijve wat het betekent dat er een leven voor en na YAR is. Toen haar enkele weken later gevraagd werd of ze een interimjob bij YAR zag zitten, sprong ze weer. Met het gekende resultaat.
Else heeft nog geen moment spijt gehad van die keuze. Ze houdt van de afwisseling en de hoge versus lage intensiteit. En vooral het allerbeste extralegale voordeel: de inzet op persoonlijke ontwikkeling – voor haar een oneindig proces.
“Ik zie nu een aantal dingen voor mezelf die ik nooit meer kan ‘ontzien’. Ik heb rust en vrijheid en streef naar wat voor mij belangrijk is – verbinding. Ik wist al langer dat ik kinderen wilde, maar ik wou vooral weten waarom ik ze wou. Het antwoord lag in de verbinding, de unieke vorm van connecteren met je kind, naast hen staan, heel hun leven lang.”
Die kinderen kreeg ze met Pieter, de man die haar steunt in wie ze is en wat ze doet. En die nooit iets tegenover Else haar drukke job stelt.
Ze leerden elkaar kennen op een avondje lindy hoppen, allebei met een andere danspartner op dat moment. De vonk sloeg over, maar het vuur werd nog niet ontstoken. Maanden later waren ze allebei vrijgezel. Pieter nodigde Else uit op een etentje in zijn pas gekochte huis; Else is er nooit meer vertrokken.
Negen maanden van verbondenheid later, trouwde het koppel.
“Pieters huis moest verbouwd worden en dat wilden we al vrij snel samen doen. De notaris raadde ons aan om te trouwen – financieel voordelig en makkelijker te regelen.
Wij zeggen dus vaak al grappend dat we eerst getrouwd zijn voor het geld en pas een jaar later voor de liefde, die we bezegelden met een persoonlijke ceremonie en groot feest.
Pieter en ik vinden elkaar ook gewoon makkelijke mensen. We vinden dezelfde dingen belangrijk, zijn allebei op zoek naar connectie en vinden mensen belangrijk. Ik ben samen met de perfecte partner.”
Zo lijkt Elses leven een aaneenschakeling van mooie momenten. Met een job waarin ze haar passie voor persoonlijke ontwikkeling kan ontplooien, en een man die haar steunt in haar keuzes.
En toch raakt de kwetsbaarheid en vluchtigheid van het leven ook Else. Bijvoorbeeld als een kennis plots op jonge leeftijd overlijdt en ze zich nog meer bewust wordt van leven in het hier en nu. Bewust van het kleine geluk, de zachte kussen voor het slapengaan, het samen eten.
“De schoonheid van het leven staat in relatie tot de eindigheid ervan. Leren gelukkig en dankbaar zijn met wat je hebt in plaats van je te ergeren over wat je niet hebt, vind ik een waardevolle les. Mensen mogen milder zijn voor zichzelf en anderen. Wat meer bereid zijn om achter de oppervlakte te kijken als we in interactie gaan met anderen, zou van de wereld een schonere plek maken. Want je weet zelden wat er écht leeft bij de ander.”
‘Het is niet de criticus die telt. Niet degene die ons erop wijst waarom de sterke man struikelt, of wat de man van de daad beter had kunnen doen.
De eer komt toe aan de man die daadwerkelijk in de arena staat, zijn gezicht besmeurd met stof, zweet en bloed. Die zich kranig weert, die fouten maakt en keer op keer tekortschiet, omdat dat nu eenmaal onvermijdelijk is. Die desondanks toch probeert iets te bereiken, die groot enthousiasme en grote toewijding kent, die zich helemaal geeft voor de goede zaak. Die, als het meezit, uiteindelijk de triomf van een grootse verrichting proeft, en die, als het tegenzit en als hij faalt, in elk geval grote moed heeft getoond.
De man in de arena – Theodore Roosevelt
Tekst: Cleo Hendriks © Fotografie: Renaat Nijs